LOGBOEK 04: Robert en Suwarrow Island
( 13.14 Zuid, 163.06 West)
MOTTO: Een enkele stem klinkt als muziek.


Soms komt een schip langszij. De schok van een ontmoeting na lange tijd van stilte maakt me dronken, de opwinding van praten en luisteren naar een menselijke stem. Sinds lang ben ik niet meer geinteresseerd in mensenmassas maar een enkele stem klinkt als muziek in mijn oren.

Ik ijsbeer over het strand tot het donker wordt en schrijf in mijn logboek: wat heb ik me geweldig aangesteld, ik heb bijna mijn ziel verkocht voor een liefkozende stem. In de schemering citeer ik de zinsnede uit Hyperion van Holderlin: "Ach, eens zocht ik brandend van verlangen naar de verbroedering met mensen."

Ook hier op de stille zuidzee heeft mijn dagelijks leven sinds lang een vast patroon aangenomen zo mogelijk eindigend met koffie op het strand en lezen in de nacht. Hoewel tijd hier eigenlijk geen betekenis heeft houd ik gedwongen door de behoefte aan een binding met de buitenwereld zorgvuldig de dagen maanden en jaren bij.

Het is een prachtige ochtend en niets waarschuwt me dat ik binnen enkele uren in het gezicht staar van een onzekere toekomst.
De wind zwelt plotseling aan en snoert mijn keel dicht, ik hap naar adem. Als ik toe geef aan deze natuurkracht is dat het einde van een fascinerende tocht. Ik probeer te schreeuwen maar hoewel ik de spieren in mijn keel voel bewegen kan ik geen geluid voortbrengen. Dan besef ik dat lichamelijke inspanning van geen vitale betekenis is in de situatie waarin ik verkeer en probeer mijn oren te sluiten voor de storende geluiden om me heen. Dit is een moment van eenzaamheid.
robert